Met het uitwendig onderzoek door de verloskundige is een goede inschatting te maken van de groei van jullie kind. Soms lijkt bij dit onderzoek met de handen en/of de centimeter de baby wat groter of kleiner dan gemiddeld. Dit kan een reden zijn voor een groei-echo.
Ook een bij de geboorte heel klein of juist heel groot kind in de voorgeschiedenis kan een reden zijn voor groei-echo’s. Meestal vinden deze echo’s bij 28, 32 en 36 weken plaats. De verloskundige zal dit voor jullie specifieke situatie uitleggen.
Uit een groot onderzoek (de IRIS-studie) is gebleken dat een standaard groei-echo tijdens een gezond verlopende zwangerschap niet nodig of zinvol is. Het standaard meten van de groei van een kindje tussen de 28-30 en 34-36 weken bleek niet te zorgen voor een betere uitkomst van de zwangerschap.
Wat wordt bekeken bij een groei-echo?
- Ligging kindje/placenta
- Hoofdomvang (HC)
- Buikomvang (AC)
- De lengte van het bovenbeenbotje: de femurlengte (FL)
- Hoeveelheid vruchtwater
De metingen zetten wij uit in een groeicurve waaruit blijkt hoe het kindje groeit ten opzichte van andere kindjes bij deze zwangerschapsduur.
bovenbeenbotje
hoofdomtrek