Miskraam

Bloedverlies in de eerste 16 weken van de zwangerschap

Wanneer tijdens de zwangerschap bloedverlies optreedt , komt ongerustheid gelijk om de hoek kijken. Bloedverlies in de eerste 16 weken van de zwangerschap komt voor bij een op de vijf vrouwen. Bij de helft van deze vrouwen houdt het bloedverlies na enkele dagen vanzelf op en gaat de zwangerschap normaal verder. Bij de andere helft blijft het bloedverlies bestaan en kan er sprake zijn van een miskraam. Dit wil zeggen dat het embryo (vruchtje) samen met het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten. Bij vrouwen die in het begin van de zwangerschap helderrood bloedverlies hebben, eindigt ongeveer 50% in een miskraam. De kans op een miskraam neemt toe met de leeftijd. Of u bij bloedverlies een miskraam gaat krijgen is dus niet met zekerheid te voorspellen. Meestal wordt het binnen enkele dagen vanzelf duidelijk.

Oorzaak van een miskraam

Een miskraam wordt meestal veroorzaakt door een afwijking van het embryo. Door de afwijking kan het embryo niet meer groeien en wordt afgestoten. Meestal is er sprake van een chromosoomafwijking die bij de bevruchting is ontstaan. Deze chromosoomafwijking is zelden erfelijk en meestal zijn er geen gevolgen voor een volgende zwangerschap.
Een miskraam ontstaat niet door lichamelijke inspanning. Zo kunnen bijvoorbeeld vrijen, vallen, fietsen, sporten, paardrijden of motorrijden geen miskraam veroorzaken.

Wat zijn de verschijnselen van een miskraam?

Vlak voor een miskraam kunnen zwangerschapsverschijnselen, zoals gespannen borsten en ochtendmisselijkheid, afnemen. Meestal begint een miskraam met bloedverlies. De bloeding kan binnen enkele uren tot dagen toenemen en kortdurend en hevig zijn. U verliest het vruchtje meestal in de vorm van stolsels en stukjes weefsel (baarmoederslijmvlies). Dit kan met menstruatie-achtige of kramperige pijn samen gaan. Het bloedverlies kan de eerste dagen na de miskraam hevig zijn, d.w.z. iets meer dan bij een normale menstruatie en hoort vervolgens snel minder te worden en te stoppen.

Neem tijdens en/of na een miskraam altijd contact op met je verloskundige!

Samenvattend:

Bij vermoeden op een miskraam en bij ongerustheid kan echoscopisch onderzoek duidelijk maken of het vruchtje (nog) leeft. Er kan vanaf ongeveer 6 weken zwangerschap (uitgaande van de eerste dag van de laatste menstruatie) gezien worden of in het embryo het hartje klopt. Eerder is dit o.h.a. niet mogelijk. Neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.